Hoe stel je de erfenis veilig als je ouder hertrouwt?

Tegenwoordig komen samengestelde gezinnen -mede door de stijging van het aantal echtscheidingen- steeds vaker voor. Een samengesteld gezin bestaat uit een biologisch ouder en diens kinderen en een stiefouder (en eventueel diens kinderen). In sommige gevallen hebben beide partners ook nog samen kinderen gekregen. Het maakt de situatie er voor het erfrecht niet makkelijker op.  

Een samengesteld gezin is in de praktijk dus geen uitzondering meer. Maar in het erfrecht ligt dat anders. Hoewel het erfrecht wel bepalingen kent over de relatie tussen stiefouders en stiefkinderen (waarover hierna meer) zegt de wet niets over de mogelijkheid om als stiefkind van je stiefouder te erven. Wil je als stiefouder dat je stiefkind van je erft, dan zul je dat expliciet in een testament moeten laten opnemen. Wanneer er door de stiefouder geen testament is opgemaakt, worden de regels van boek 4 van ons Burgerlijk wetboek gevolgd. En de wet zegt dat je alleen erft van je eigen ouder. Je erft dus (zonder testament)  niet automatisch van je stiefouder, zelfs niet wanneer er sprake is van een huwelijk tussen de ouder en stiefouder.  

Hoewel bovenstaande dus niet in de wet is geregeld, geeft de wet wel bepaalde rechten aan stiefkinderen. Wanneer je ene ouder is overleden en je andere ouder daarna opnieuw in het huwelijk wil treden, brengt dat voor jou immers risico’s met zich mee. Hoe dat zit, en hoe je die risico’s kunt inperken, leg ik onderstaand uit. 

Casus:

Alexander en Babette zijn getrouwd in algehele gemeenschap van goederen en hebben samen één kind gekregen (Christian). Alexander en Babette hebben een koophuis van € 200.000,00. Tijdens het huwelijk overlijdt Babette.

De erfgenamen van Babette zijn haar man Alexander en hun zoon Christian, ieder voor de helft. Dat betekent dat de helft van al haar vermogen tussen Alexander en Christian zal moeten worden gedeeld (de andere helft is van Alexander), waaronder de koopwoning. Christian heeft dus recht op € 50.000,00. Alexander kan dat geld niet direct aan zijn zoon betalen, want het geld zit ‘vast’ in het huis. Wanneer Christian zijn geld meteen wil hebben, komt Alexander in de financiële problemen.

Als Babette overlijdt is in de meeste gevallen de wettelijke verdeling van toepassing. Dat houdt in dat de hele erfenis naar Alexander gaat. Christian heeft wel nog steeds recht op zijn erfdeel van € 50.000,00, maar kan dit pas opeisen als de langstlevende echtgenoot (Alexander) overlijdt. Christian moet dus wachten op zijn geld.

Na een paar jaar hertrouwt Alexander met Dana, weer in algehele gemeenschap van goederen. Dat betekent dat de woning nu toebehoort aan Alexander en Dana (ieder voor de helft). De vordering van Christian op zijn vader ter hoogte van € 50.000,00 blijft staan.

Wanneer Alexander overlijdt, zijn Dana en Christian zijn erfgenamen. Christians gedeelte van de erfenis bestaat opnieuw uit 1/4e van de waarde van het huis. Daarnaast moet hij ook nog de erfenis van zijn moeder uitbetaald krijgen, dus in totaal een bedrag van € 100.000,00. Opnieuw geldt echter dat Dana dit niet kan betalen; het geld zit in de stenen. Ook zij wordt weer aangemerkt als langstlevende. De wettelijke verdeling is opnieuw van toepassing en Christian moet wéér wachten tot het overlijden van Dana, voordat hij zijn geld krijgt.

Voor Christian is dat niet alleen vervelend, maar ook een risico. Als Dana het huis zou verkopen en de overwaarde verbrast of opmaakt, kan Christian fluiten naar zijn deel van de erfenis van zijn vader én moeder. De wet heeft het stiefkind willen beschermen tegen dit zogeheten “stieffamiliegevaar” door middel van de wilsrechten.

Wilsrechten

Op grond van de wet heb je als stiefkind zogenoemde ‘wilsrechten’. Dat houdt in dat je in sommige gevallen jouw niet opeisbare vordering (die je hebt vanwege de erfenis van je overleden vader/moeder) toch bij je stiefouder opeisen in de vorm van goederen. Zoals gezegd ontvang je jouw erfdeel dan wel in de vorm van goederen ter grootte van de hoogte van jouw vordering. In het geval van Christian kan hij dan bijvoorbeeld de helft van het eigendom van de woning krijgen (bloot eigendom), maar mag Dana daar wel nog in blijven wonen (vruchtgebruik). 

Je kunt op twee momenten je wilsrechten uitoefenen: zodra je ouder aangifte doet van zijn voornemen om te gaan hertrouwen (Alexander doet bij de gemeente melding van zijn voornemen om met Dana te gaan trouwen), of bij overlijden van de langstlevende ouder (Alexander). 

Een stiefouder kan jou ook vragen of je gebruik wil maken van je wilsrecht. Hij of zij kan je dan een redelijk termijn geven om te reageren. Als je binnen deze termijn niet reageert, dan is het daarna niet meer mogelijk om je wilsrechten uit te oefenen. 

Testament

In een testament kan worden afgeweken van wat er in de wet staat over de wettelijke verdeling en de wilsrechten. Zo kun je als ouder opnemen dat de niet-opeisbare vordering van je kinderen opeisbaar wordt zodra jouw echtgenoot hertrouwt in gemeenschap van goederen. Ook kunnen de wilsrechten geheel worden uitgesloten, ingeperkt of uitgebreid. 

In de praktijk leidt hertrouwen geregeld tot onrust binnen het gezin. Als erfrechtadvocaat kan ik u adviseren omtrent uw mogelijkheden om als (stief)kind uw erfdeel veilig te stellen, of kan ik u bijstaan in gerechtelijke procedures. Ons kantoor biedt ook mediation aan op het gebied van erfrecht. In dit laatste geval is het de insteek om met alle erfgenamen om tafel te gaan zitten en alsnog in onderling overleg tot een goede afwikkeling te komen. Heeft u vragen over erfrecht of bent u betrokken bij een erfrechtgeschil, neem dan contact met ons op via 0475 747238 of stuur ons een mail aan info@nieuw.sbc-advocaten.nl 

 

Klik hier om naar deel 1 van deze blog te gaan.

Blogs

Gerelateerd