Blog Silke Skrotzki

Mediation in echtscheidingszaken als u of uw partner ondernemer/DGA is

Echtscheidingen zijn emotioneel geladen en vaak complex, maar wanneer er een ondernemer of DGA bij betrokken is, kunnen de zaken nog ingewikkelder worden. Een ondernemer/DGA heeft niet alleen te maken met de persoonlijke aspecten van een scheiding, maar ook met de zakelijke en financiële gevolgen voor zijn/haar bedrijf. In dergelijke gevallen kan mediation een waardevol instrument zijn om conflicten op te lossen en tot een evenwichtige regeling te komen. In dit blogartikel bespreken we de rol van mediation bij echtscheidingszaken waar een ondernemer/DGA bij betrokken is.

Uitdagingen bij echtscheidingen met een ondernemer/DGA

Bij echtscheidingen waar een ondernemer/DGA bij betrokken is, kunnen zich onder andere de volgende specifieke uitdagingen voordoen:

  • Vermogensscheiding: het is vaak moeilijk om het vermogen van de ondernemer/DGA te scheiden van het vermogen van het bedrijf. In veel gevallen is het vermogen van de ondernemer/DGA nauw verweven met het bedrijf, waardoor het moeilijk is om een goede verdeling of verrekening te bepalen;
  • Bedrijfscontinuïteit: als de ondernemer het grootste deel van het aandelenkapitaal bezit of als u DGA bent, kan de scheiding de bedrijfscontinuïteit in gevaar brengen. Het is belangrijk om oplossingen te vinden die zowel aan de belangen van de ondernemer/DGA en zijn ex-partner tegemoet komen, maar ook de belangen van het bedrijf beschermen;
  • Pensioenregelingen: Een ondernemer/DGA kan een speciale pensioenregeling hebben binnen het bedrijf. Bij een scheiding moeten de pensioenrechten op een eerlijke manier worden verdeeld, rekening houdend met de specifieke situatie/pensioenafspraken.
De rol van mediation

Mediation kan een effectieve methode zijn om deze uitdagingen aan te pakken en samen tot een regeling te komen waar beide partijen mee vooruit kunnen in de toekomst. In plaats van de zaak voor de rechter te leggen, krijgen beide partijen de gelegenheid om met de hulp van een neutrale mediator tot overeenstemming te komen.

Enkele voordelen van mediation in echtscheidingszaken met een ondernemer/DGA zijn:

  • Deskundige begeleiding: een mediator met ervaring in echtscheidingszaken met een ondernemer/DGA biedt waardevolle begeleiding. De mediator begrijpt de complexiteit van deze situaties en kunnen beide partijen helpen om de beste oplossingen te vinden die zowel de persoonlijke als de zakelijke belangen beschermen. Vanwege de kennis en ervaring kan er een veelheid aan mogelijkheden worden voorgelegd;
  • Gezamenlijke besluitvorming: mediation moedigt gezamenlijke besluitvorming aan, waarbij beide partijen actief deelnemen aan het vinden van oplossingen. Dit kan leiden tot meer tevredenheid en acceptatie van de uiteindelijke regeling.
  • Maatwerkoplossingen: mediation biedt flexibiliteit en de mogelijkheid om op maat gemaakte oplossingen te vinden. De wensen, belangen en mogelijkheden zijn in iedere situatie anders en daardoor wordt ook iedere echtscheiding uiteindelijk anders geregeld.
Mediation bij Skrotzki Van Bree & Cremers advocaten

Bij Skrotzki Van Bree & Cremers advocaten begrijpen we de complexiteit van echtscheidingszaken met een ondernemer/DGA. Onze ervaren mediators staan klaar om u te begeleiden bij het vinden van oplossingen die zowel uw persoonlijke belangen als ex-partners in het oog houden en daarnaast de belangen van uw bedrijf beschermen. Wij streven naar maatwerkoplossingen die recht doen aan uw unieke situatie.

Bij Skrotzki Van Bree & Cremers Advocaten geloven we in de kracht van mediation en de mogelijkheid om conflicten op een constructieve manier op te lossen. Hierdoor kunt u beide met vertrouwen uw nieuwe toekomst tegemoet gaan.

Neem vandaag nog contact met ons. Ons team staat klaar om naar uw verhaal te luisteren, uw zorgen serieus te nemen en samen te werken aan een goede afwikkeling van uw echtscheiding.

Update: heb je toestemming van je ex-partner nodig om met je kind te verhuizen?

Je hebt een minderjarig kind met je ex-partner en wil met hem of haar gaan verhuizen. Bijvoorbeeld omdat je (weer) dichter in de buurt van je familie wilt gaan wonen, een nieuwe liefde hebt gevonden bij wie je wilt intrekken of je hebt gesolliciteerd op een baan die wat verder uit de buurt ligt. Maar kan dat zomaar? En wat als je ex-partner daar geen toestemming voor wil verlenen? 

De situatie kan zich natuurlijk ook andersom voordoen: je ex-partner geeft aan samen met jullie kind te willen verhuizen, waardoor de reisafstand tussen de beide huizen een stuk langer wordt. Jij ziet dat niet zitten, want dat zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor jou en jouw kind. Wellicht zal ook de zorgregeling moeten worden ingeperkt, als die regeling vanwege de lange afstand niet meer uitvoerbaar is. Maar je ex-partner geeft aan hoe dan ook te vertrekken. Welke opties heb je dan? 

Het is een situatie die we in onze praktijk met enige regelmaat tegenkomen, maar waar we vijf jaar geleden voor het laatst een blog aan wijdden (link). In de tussentijd is er veel veranderd, daarom is het tijd voor een update. 

 

Wanneer heb je toestemming nodig? 

Allereerst is het van belang of beide ouders gezag hebben over het meeverhuizende kind (gezamenlijk gezag) of dat één ouder alleen het gezag heeft (eenhoofdig gezag). 

Gezamenlijk gezag 

In de meeste gevallen zullen beide ouders het gezag hebben over het kind. Zijn ouders immers getrouwd geweest, dan wordt de man volgens de wet automatisch als vader gezien en krijgt deze  -samen met de moeder- het gezag. Wanneer er géén sprake is geweest van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, dan zal naast een erkenning ook het gezag aangevraagd moeten worden. De erkenning bij de gemeente en het gezag via de rechtbank. In de praktijk zien we gelukkig dat dit laatste in de meeste gevallen wel is gebeurd.

NB. Inmiddels is er ook een wetsvoorstel over het van rechtswege ontstaan van gezamenlijk gezag door erkenning goedgekeurd door de Eerste Kamer. Zodra dat in werking treedt, zal degene die het kind erkend heeft dus ook automatisch mede het gezag krijgen.

Hebben beide ouders het gezag, dan zal de ouder die met het kind wil verhuizen daarvoor éérst toestemming moeten vragen aan de andere ouder. Pas daarna zal hij of zij mogen vertrekken. In sommige gevallen staan hierover ook afspraken in het ouderschapsplan, bijvoorbeeld dat ouders pas bij een verhuizing buiten een bepaalde straal toestemming hoeven te vragen. Het is dus de moeite waard om eerst het ouderschapsplan na te lezen. 

Eenhoofdig gezag 

Heeft de verhuizende ouder alleen het gezag, dan ligt het iets gecompliceerder. Een ouder met eenhoofdig gezag mag namelijk in beginsel zelf en zonder toestemming belangrijke beslissingen over het kind nemen. Deze ouder heeft dus -in principe- ook de keuzevrijheid om het kind in een andere woonplaats op te voeden. Recentelijk is echter gebleken dat die keuzevrijheid beperkt is. De Hoge Raad heeft zich daarover bij arrest van 15 oktober 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1513) uitgelaten. In die casus was een moeder met haar kind verhuisd, toen zij alleen het gezag had.  

De Hoge Raad overwoog dat ook bij eenhoofdig gezag een grondslag bestaat om de keuzevrijheid van de met het gezag belaste ouder ten aanzien van de woonplaats van het kind te beperken indien deze ouder niet voldoet aan de verplichting omgang tussen het kind en de andere ouder te bevorderen (art. 1:247 lid 3 BW). Namelijk is de rechter op grond van art. 8 EVRM in zodanig geval gehouden alle in het gegeven geval gepaste maatregelen te nemen om de met het gezag belaste ouder ertoe te bewegen alsnog medewerking te verlenen aan omgang tussen het kind en de andere ouder. Een verbod aan de met het gezag belaste ouder om te verhuizen, dan wel een bevel aan deze om terug te verhuizen, kan een passende maatregel zijn. 

Oftewel, als de omgang met de niet met het gezag belaste ouder te zeer wordt ingeperkt, kan de rechter de verhuizende ouder verbieden om te verhuizen, dan wel verplichten om terug te verhuizen. 

 

Hoe krijg je toestemming? 

Uiteraard is het uitgangspunt dat je eerst met je ex-partner in gesprek gaat. Afhankelijk van de onderlinge relatie kan dat via een persoonlijk gesprek of schriftelijk. Je legt vervolgens uit dat je wilt verhuizen, waarom je wilt verhuizen, welke gevolgen dit zal hebben en hoe je eventuele aanpassingen wil vormgeven. De andere ouder kan daar dan mondeling (maar bij voorkeur schriftelijk) toestemming voor geven. 

Lukt het niet om afspraken te maken over de verhuizing, dan is het raadzaam om een advocaat in te schakelen die is gespecialiseerd in personen- en familierecht. We kunnen samen kijken naar jouw situatie kijken en je adviseren hoe dit aan te pakken. Zowel in het voortraject met je ex-partner dan wel in een eventuele procedure. 

 

Verzoekschrift bij de rechter 

In het uiterste geval kan de rechter worden gevraagd om (vervangende) toestemming te verlenen voor verhuizing. De beslissing van de rechter hangt af van alle specifieke omstandigheden van het geval, waarbij extra gewicht zal worden toegekend aan de belangen van het kind. Die staan altijd voorop.  

De rechter zal rekening houden met: 

  • De noodzaak om te verhuizen; 
  • De mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid; 
  • De door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de andere ouder te verzachten/compenseren; 
  • De mate waarin ouders in staat zijn tot communicatie en overleg; 
  • De rechten van de andere ouder en de kinderen op onverminderd contact met elkaar in hun vertrouwde omgeving; 
  • De verdeling van de zorgtaken en of deze na de verhuizing kan worden gecontinueerd, althans de frequentie en het contact tussen de kinderen en de andere ouder voor en na de verhuizing; 
  • De mate waarin de kinderen zijn geworteld in hun omgeving, of juist gewend zijn aan verhuizingen;  
  • De leeftijd van de kinderen (vanaf 12 jaar mogen kinderen hun mening kenbaar maken);
  • De (extra) kosten van omgang na de verhuizing 
  • Het recht en belang van de ouder om te verhuizen en zijn/haar vrijheid om het leven opnieuw in te richten. 

 

Wat kun je doen als je ex-partner zonder toestemming verhuist? 

Is je ex-partner al zonder jouw toestemming verhuisd óf geeft hij/zij aan ondanks het ontbreken van de toestemming te gaan verhuizen, dan sta je niet met lege handen. Je kunt namelijk een kort geding-procedure starten bij de rechtbank om de verhuizende ouder te verbieden om te verhuizen of te bevelen terug te verhuizen. Eventueel kan een dwangsom (geldboete) worden opgelegd indien je ex-partner zich aan die uitspraak niet aan houdt. In het uiterste geval kan de rechtbank zelfs beslissen dat de kinderen voortaan bij de andere ouder gaan wonen. 

 

Contact 

Wil je verhuizen of gaat je ex-partner verhuizen en zou je eens willen sparren over de mogelijkheden en/of de slagingskans? Neem dan contact met ons op, wij adviseren u graag.  

Praktijk in Beeld: Kinder- en Partneralimentatie

Deze keer in praktijk in beeld, praat advocaat-mediator Ellen van Bree u bij over de fiscale gevolgen van kinder- en partneralimentatie.

Update: Inkomensafhankelijke combinatiekorting

Op 17 juli 2020 schreef Silke Skrotzki een blog over de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) (zie: link) naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad van maart vorig jaar. De Hoge Raad oordeelde destijds dat soepeler moet worden gekeken of een ouder recht heeft op toepassing van de IACK als een kind bij een ouder verblijft op basis van co-ouderschap maar niet bij die ouder staat ingeschreven.
Een jaar later blijkt hoe deze versoepeling in de praktijk door de rechter wordt toegepast en vonden wij het tijd voor een update over dit onderwerp.

Grenzen
Recentelijk heeft het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch echter een uitspraak gedaan waaruit blijkt dat aan die soepelere toepassing grenzen zitten. Het gerechtshof bepaalde dat de zorg niet iedere week gelijk verdeeld hoeft te worden, er mag gerekend worden met het gemiddelde aantal uren, maar het moet dan wel gaan om een duurzame verdeling.

Betreffende zaak bij het gerechtshof:
Een vader heeft met zijn ex-partner een kind. Middels een schema heeft vader aangetoond dat het kind 63 uur per week bij hem verblijft (iets meer dan 2,5 dag per week). Daarnaast zegt vader extra zorg voor het kind op zich te nemen tijdens vakanties, zodat hij daardoor gemiddeld 3 dagen per week de zorg voor het kind op zich neemt. Volgens vader dus voldoende om aanspraak te kunnen maken op de IACK.

De belastinginspecteur is van mening dat vader geen recht heeft op de IACK; daarvoor moet het minimaal 3 dagen per week (72 uur) duurzaam bij vader verblijven en dat redt vader niet.

Het gerechtshof is het met de belastinginspecteur eens. Het kind verblijft op basis van de reguliere regeling te weinig bij vader om te kunnen spreken van een duurzaam gelijke verdeling. Vader neemt weliswaar extra zorg op zich tijdens de vakanties, maar die extra uren vanwege de vakanties tellen niet mee omdat deze niet in een duurzaam ritme plaatsvinden.

Vader komt dus niet in aanmerking voor de IACK en loopt potentieel honderden euro’s per maand mis, waar in de alimentatieberekening mogelijkerwijs wél rekening mee is gehouden.

Conclusie
Bovenstaande laat nogmaals zien hoe belangrijk het is om goed stil te staan bij de reguliere zorgverdeling over de kinderen. Daarbij dient ook rekening gehouden te worden met de financiële gevolgen van een bepaalde regeling.

Heeft u daar hulp bij nodig en/of vragen over, of heeft u andere vragen met betrekking tot een familie- of erfrechtkwestie, dan kunt u contact opnemen voor advies. Wij zijn bereikbaar op 0475-747 238 of via info@sbc-advocaten.nl.

Co-ouderschap en kinderalimentatie

Fabel: bij co-ouderschap geen kinderalimentatie

Co-ouderschap

Gaan u en uw partner uit elkaar, dan zullen er afspraken gemaakt moeten worden ten aanzien van de kinderen. Op welk adres zij ingeschreven worden en wanneer zij bij welke ouder verblijven. Eén van de mogelijkheden is co-ouderschap, wat inhoudt dat de kinderen ongeveer evenveel tijd bij iedere ouder doorbrengen en dat de zorg- en opvoedtaken gelijkmatig worden verdeeld.

Vaak wordt gedacht dat er bij co-ouderschap geen kinderalimentatie betaald hoeft te worden. Dat is echter een fabel! Ook in het geval van co-ouderschap kan het zijn dat de ouder met het hoogste inkomen kinderalimentatie moet betalen aan de andere ouder. Hoe dat precies zit, leggen we u in deze blog uit.

Gelijke levensstandaard in beide huishoudens

Bij de berekening van kinderalimentatie is het uitgangspunt dat de situatie voor de kinderen zo min mogelijk verandert na de breuk tussen hun ouders. Dat betekent ook dat er in beide huishoudens genoeg financiële ruimte moet zijn om de kinderen die gelijke levensstandaard te kunnen bieden. Daarvoor heeft de ene ouder vaak de hulp nodig van de andere ouder, in de vorm van kinderalimentatie.

Hoe hoog de kinderalimentatie is, hangt uiteraard af van de situatie. Niet enkel het inkomen van beide ouders is daarvoor van belang, maar bijvoorbeeld ook de afspraken over hoe de kosten van de kinderen worden verdeeld. Beide ouders voldoen al de verblijfskosten van de kinderen wanneer zij bij hen verblijven (kosten van inwoning zoals eten, drinken en energiekosten) zodat daar genoeg budget voor zal moeten zijn. Daarnaast is ook van belang op welke wijze de verblijfsoverstijgende kosten van de kinderen (zoals kleding, schoolgeld, sportcontributies) worden voldaan.

Alle kosten van de kinderen worden naar rato van het inkomen (de draagkracht) van beide ouders voldaan. Hierdoor kan het zijn dat de ene ouder een bijdrage aan de ander dient te voldoen.

U kunt er ook voor kiezen om een kindrekening (gezamenlijke bankrekening) te openen om alle verblijfsoverstijgende kosten van de kinderen van te kunnen voldoen. Ook daarbij geldt dat de inleg op de rekening bij co-ouderschap niet altijd gelijk is, omdat de kosten naar rato van het inkomen (de draagkracht)  van beide ouders wordt voldaan.

Het is verstandig om voor de berekening van kinderalimentatie een specialist in te schakelen. Op die manier weet u zeker dat er een eerlijk bedrag wordt afgesproken en dat geen van partijen (of de kinderen) tekort wordt gedaan.

Bent u op zoek naar een specialist om u hierbij te helpen, of heeft u hulp en/of advies nodig ten aanzien van een familie- of erfrechtkwestie, neem dan contact met ons op via 0475-747 238 of via info@sbc-advocaten.nl.

toestemming vakantie tijdens corona

Op vakantie tijdens de corona-crisis, wat zegt de rechter?

Bent u van plan om in de herfstvakantie met uw kinderen naar het buitenland op vakantie te gaan, lees dan onderstaande blog.

Toestemming

Als u samen met uw ex-partner het gezag over uw kind heeft, en u wilt met uw kind op vakantie dan moet uw ex-partner hier toestemming voor geven. Wil uw ex-partner geen toestemming geven, dan kunt u de rechter vragen om (vervangende) toestemming om op vakantie te mogen gaan. De rechter zal beoordelen of de buitenlandse reis in het belang is van de kinderen.

Corona-crisis
Maar hoe zit het met deze (vervangende) toestemming in combinatie met de huidige corona-crisis? Wanneer geeft een rechter toestemming om op vakantie te gaan en wanneer niet? Er zijn de afgelopen maanden verschillende uitspraken gedaan.

Een aantal van deze uitspraken zullen we (kort) bespreken om meer inzicht te scheppen hoe in de rechtspraak met dergelijke situaties wordt omgegaan.

Rechtbank Rotterdam 13 juli 2020
Pleegouders willen met twee minderjarige kinderen op autovakantie naar Frankrijk, waar ouders bezwaar tegen hebben. De rechtbank verleent vervangende toestemming, doch met de voorwaarde dat het reisadvies voor Frankrijk groen of geel blijft. Bij oranje of rood wordt geen vervangende toestemming verleend.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 augustus 2020
Moeder wil met haar minderjarige kind naar Indonesië voor familiebezoek, waarvoor oranje reisadvies geldt. Het Hof overweegt dat moeder aannemelijk had moeten maken dat het familiebezoek noodzakelijk was, hetgeen zij heeft nagelaten. Het familiebezoek had ook op een ander moment kunnen plaatsvinden. Bovendien is het risico te groot en kan de situatie te snel omslaan, in welk geval moeder met de minderjarige vast zou komen te zitten in Indonesië. Het verzoek van moeder wordt afgewezen.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 10 juli 2020
Vader wil met zijn drie kinderen naar Portugal afreizen. Moeder had daar in eerste instantie toestemming voor verleend, doch wegens het corona-virus heeft zij deze toestemming op een later moment weer ingetrokken. In eerste aanleg is aan de man vervangende toestemming verleend (op dat moment gold nog geel reisadvies). Een dag later is voor de regio Lissabon het reisadvies aangepast naar oranje, met een quarantaine-advies bij terugkomst. Hoewel vader niet in oranje gebied met de kinderen zou verblijven, zou hij wel van/naar Lissabon vliegen, waardoor het Hof het verzoek van vader alsnog afwijst.

Rechtbank Overijssel 24 juli 2020
Vader verzoekt de rechtbank vervangende toestemming te verlenen om met minderjarigen naar Curaçao te mogen reizen onder begeleiding van de KLM. De rechtbank wijst dat verzoek toe. Voor Curaçao geldt geen negatief reisadvies en vliegen wordt als veilig bestempeld. Bovendien hebben de kinderen hun vader door de corona-crisis al meerdere maanden niet fysiek kunnen zien waardoor het van belang is dat de kinderen tijd met hem en hun halfbroertje kunnen doorbrengen.

Rechtbank Oost-Brabant 31 juli 2020
Vader wil met zijn drie kinderen tussen de 12 en 6 jaar met het vliegtuig naar zijn woonplaats in Zwitserland reizen. Voor Zwitserland gold geen negatief reisadvies. Moeder geeft aan geen bezwaar te hebben tegen het verblijf in Zwitserland, maar wel met de reis per vliegtuig. Twee kinderen zijn astmatisch en behoren tot de risicogroep, wat te veel risico met zich mee zou brengen. De voorzieningenrechter sluit zich daarbij aan en hecht veel waarde aan het feit dat de kinderen hebben verklaard het eng te vinden om met het vliegtuig te reizen. Bovendien zou vader ook per auto naar Zwitserland kunnen reizen. Het verzoek van vader wordt afgewezen.

Rechtbank Den Haag 17 juli 2020
Vader wil met twee minderjarige kinderen op autovakantie naar Italië. Ondanks dat er geen negatief reisadvies geldt, wordt dit verzoek door de rechtbank afgewezen. Een van de kinderen valt door zijn overgewicht en verminderde conditie in de risicogroep waardoor de vakantie voor hem een onnodig risico zou zijn.

Conclusie
Geconcludeerd kan worden dat in de rechtspraak over het algemeen de lijn wordt gevolgd dat bij groen en geel reisadvies wel vervangende toestemming wordt verleend, en bij oranje en rood niet. Daar zijn evenwel uitzonderingen op, bijvoorbeeld wegens verminderde gezondheid van het kind en/of vanwege de noodzakelijkheid van de reis.

Gaat u binnenkort – bijvoorbeeld in de herfstvakantie – met de kinderen op vakantie naar het buitenland? Dan raden we aan de vereiste toestemming tijdig te regelen zodat, als u er met uw ex-partner toch niet uit komt, er eventueel nog ruimte is om (alsnog) de gang naar de rechter te maken.

Heeft u daar hulp en/of advies bij nodig, of heeft u andere vragen met betrekking tot een familie- of erfrechtkwestie, dan kunt u contact opnemen via 0475-747 238 of via info@sbc-advocaten.nl.

Blog inkomensafhankelijke combinatiekorting bij co-ouderschap

Inkomensafhankelijke combinatiekorting bij co-ouderschap

Uitspraak Hoge Raad: IACK bij co-ouderschap wordt soepeler toegepast. Beide ouders vaker recht op inkomensafhankelijk combinatiekorting bij co-ouderschap.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een heffingskorting waar u als werkende alleenstaande ouder of minstverdienende partner aanspraak op kunt maken wanneer u de zorg heeft over een kind van jonger dan 12 jaar. Ook wanneer uw kind bij u verblijft op basis van een co-ouderschapsregeling, maar niet bij u staat ingeschreven, kunt u mogelijk aanspraak maken op de IACK. Voorheen gold hiervoor een strikte maatstaf: beide ouders moesten de zorg voor de kinderen gelijkelijk verdelen. Hieraan werd voldaan als een kind ten minste 3 tot 3,5 halve dag per week verblijft bij ieder van de ouders verbleef. Een recente uitspraak van de Hoge Raad brengt daar echter verandering in.

Verdeling van de zorg
Een man wendde zich tot de rechtbank en daarna ook tot het gerechtshof met de volgende kwestie. Hij was met zijn ex-partner een zorgregeling overeengekomen waarbij zijn dochter op basis van een tweewekelijks schema afwisselend bij hem en haar moeder verbleef, maar bij haar moeder stond ingeschreven. In de ene week verbleef zijn dochter 5 dagen bij hem, maar in de andere week slechts één dag. De man vroeg in zijn belastingaangifte om toepassing van de IACK, maar dat werd hem door de inspecteur geweigerd. In de tweede week verbleef zijn dochter immers maar één dag bij hem en dat voldeed volgens de inspecteur niet aan de eis van ‘doorgaans 3 dagen per week.

Hoge Raad
Uiteindelijk stelde de man cassatie in bij de Hoge Raad. Bij uitspraak van 13 maart 2020 oordeelde de Hoge Raad dat de IACK bij co-ouderschap soepeler moet worden toegepast. De zorgregeling van de man voldeed aan de eis dat beide ouders de zorg voor de dochter gelijk verdeelden; gerekend over twee weken hadden zij immers ieder 7 dagen de zorg over de dochter. De vader heeft daarmee recht op de IACK.

Conclusie
Heeft u met uw ex-partner een co-ouderschapsregeling waarbij de zorg niet per week precies 50/50 verdeeld wordt, maar gemiddeld gezien verblijft uw kind wel de helft van de tijd bij u, waardoor de zorg alsnog gelijkelijk wordt verdeeld? Dan kunt u recht hebben op toepassing van de IACK. Daar dient dan ook bij de berekening van de alimentatieberekening rekening mee gehouden te worden.

Wees erop bedacht dat de belastingdienst controleert of de zorgregeling voldoet aan de voorwaarden. We raden u daarom aan om de afspraken omtrent de zorgregeling goed vast te leggen, bijvoorbeeld in een ouderschapsplan, zodat ook aan de belastingdienst kan worden aangetoond wat de geldende zorgregeling is.

Heeft u hulp nodig bij het opstellen van een ouderschapsplan, of heeft u andere vragen met betrekking tot een familie- of erfrechtkwestie, dan kunt u contact opnemen voor advies. Wij zijn bereikbaar op 0475-747 238 of via info@sbc-advocaten.nl.

Verhuizen na je scheiding?