Omgangsregeling met grootouders

Een scheiding is een ingrijpende gebeurtenis. Niet alleen voor de voormalig partners, maar ook voor de betrokken kinderen en hun opa’s en oma’s. Grootouders spelen vaak een grote rol in het leven van hun kleinkinderen. Het is belangrijk om deze relaties, ook na een scheiding, te behouden. Desondanks zien we vaak dat de relatie tussen kleinkinderen en hun grootouders na een scheiding ingrijpend verandert. Het doet zich wel eens voor dat één van de ouders het contact tussen de kinderen en zijn grootouders, aan de zijde van de andere ouder, volledig verbreekt of dat het contact nog maar minimaal plaatsvindt. In deze blog leggen wij aan u uit wat u als grootouder in een dergelijke situatie kunt doen.

Kinderen hebben recht op omgang met hun ouders en met ‘degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hen staat’. Dit is opgenomen in artikel 1:377a van het Burgerlijk Wetboek. Tussen grootouders en hun kleinkinderen kan dus een recht op omgang bestaan, maar dat is niet altijd het geval. Om te kunnen spreken van een recht op omgang moet er namelijk sprake zijn van een nauwe persoonlijke betrekking tussen de opa of oma en het kleinkind. Als er geen sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking, is er geen recht op omgang. Maar wat is nu precies een nauwe persoonlijke betrekking?

Nauwe persoonlijke betrekking

Biologisch grootouderschap is onvoldoende om te kunnen spreken van een nauwe persoonlijke betrekking. Het enkel zijn van opa of oma is dus niet voldoende om een omgangsrecht te verkrijgen. Er moet sprake zijn van bijkomende omstandigheden, zoals het hebben van structureel en regelmatig contact. Heeft uw kleinkind bijvoorbeeld enige tijd bij u in huis gewoond? Is er een wekelijkse oppasregeling? Brengt uw kleinkind de weekenden bij u door? Dan zou er sprake kunnen zijn van een nauwe persoonlijke betrekking. Dit is echter per situatie verschillend en dient dan ook per situatie beoordeeld te worden.

Belang van het kind

Naast de aanwezigheid van een nauwe persoonlijke betrekking, dient de omgang ook in het belang van het kind te zijn. Het welzijn van het kind staat centraal en er moet dus altijd rekening gehouden worden met wat het beste is voor het kind. Het is niet de bedoeling dat het kind klem komt te zitten tussen zijn/haar ouders en grootouders. Als omgang met de grootouders te belastend is voor het kind, zal er geen recht op omgang vastgesteld worden.

Als de rechtbank hierover twijfelt, kan hij oordelen dat de Raad voor de Kinderbescherming dit dient te onderzoeken. De Raad voor de Kinderbescherming zal in die situatie onderzoeken of er sprake is van bezwaren die in de weg staan aan het recht op omgang tussen de grootouders en de kleinkinderen.

Verzoek aan de rechtbank

Als er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking tussen de grootouders en hun kleinkind, kan aan de rechtbank verzocht worden om een recht op omgang vast te stellen tussen de grootouders en hun kleinkind. De rechtbank zal vervolgens beoordelen of de omgang in het belang van het kind is. De rechtbank kan een verzoek voor het vaststellen van een omgangsregeling enkel afwijzen als de omgang ernstig nadeel oplevert voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind, als de grootouder kennelijk ongeschikt of niet in staat moet worden geacht tot omgang met het kind, als het kind (indien hij 12 jaar of ouder is) ernstige bezwaren tegen de omgang heeft doen blijken of als omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.

Als de rechtbank van oordeel is dat er geen sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking, dient hij het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren, waardoor het verzoek van de grootouders niet inhoudelijk behandeld zal worden.

Wet drempelverlaging omgang grootouders

Zoals u misschien merkt, is het verzoeken van omgang met een kleinkind gelet op bovengenoemde voorwaarden niet gemakkelijk. De minister voor Rechtsbescherming heeft daarom in mei 2023 een wetsvoorstel ingediend: ‘de Wet drempelverlaging omgang grootouders’. Dit wetsvoorstel zou voor grootouders de drempel moeten verlagen om aan de rechtbank te verzoeken om een omgangsregeling met hun kleinkind vast te stellen. In dit wetsvoorstel is het uitgangspunt dat grootouders hoe dan ook een nauwe persoonlijke betrekking hebben met hun kleinkind, waardoor zij dit niet meer hoeven aan te tonen vóórdat de rechtbank het verzoek inhoudelijk gaat behandelen. In tegenstelling tot de huidige situatie, zal de rechtbank in deze nieuwe situatie altijd toekomen aan de vraag of een omgangsregeling met een kleinkind in het belang van het kind is.

De inwerkingtreding van dit wetsvoorstel is echter afhankelijk van de behandeling in de Tweede en Eerste kamer, waardoor nog niet bekend is wanneer deze wet in werking zal treden. Gelet daarop dient vooralsnog bovengenoemde procedure gevolgd te worden, waarbij grootouders op voorhand moeten aantonen dat zij een nauwe persoonlijke betrekking hebben met hun kleinkind.

 

Conclusie

Om als grootouder een recht op omgang met uw kleinkind te krijgen, dient er sprake te zijn van een nauwe persoonlijke betrekking tussen u en uw kleinkind. Daarnaast dient de omgang in het belang van het kind te zijn.

Als u vragen heeft over een omgangsregeling, is het raadzaam om deskundig advies in te winnen. Bij Skrotzki Van Bree & Cremers advocaten kunnen wij u hierbij helpen. Aarzel niet om contact met ons op te nemen voor een gesprek. Ons team van advocaten staat voor u klaar om u te adviseren, u door het proces te begeleiden en uw belangen te behartigen. Ook voor andere vragen met betrekking tot een familie- of erfrechtkwestie, kunt u contact opnemen voor advies. Wij zijn bereikbaar op 085-0763185 of via info@sbc-advocaten.nl.

 

 

Waar is het geld gebleven? Financieel misbruik van ouderen komt vaker voor dan u denkt.

Moeder is dementerende en één van de kinderen gaat ineens wel heel vaak bij haar op bezoek. Hij of zij neemt ook het beheer over de financiën over en gebruikt haar pinpas; wel zo handig om boodschappen te kunnen doen. Maar bij het overlijden van moeder blijkt er wel erg veel geld gepind en verdwenen te zijn.

Het komt helaas steeds vaker voor. Veel ouderen worden op enig moment vergeetachtig of slecht ter been, waardoor ze niet meer voor zichzelf kunnen zorgen en hun financiën niet meer kunnen beheren. Zij nemen een familielid in vertrouwen om hun geld te beheren en de rekeningen te betalen. Het kan voorkomen dat dit familielid niet geheel te goeder trouw is.

Financieel misbruik van ouderen komt vaak binnen de eigen familie voor. Na overlijden komen de erfgenamen er ineens achter dat een groot deel van het vermogen is verdwenen.

Mocht er zich in uw familie een situatie voordoen waarbij u het vermoeden heeft dat er sprake is van financieel misbruik? Dan is het van belang om tijdig advies in te winnen bij een gespecialiseerd advocaat. Voorkomen is altijd beter dan genezen.

Wat kunt u zelf doen om te voorkomen dat iemand financieel misbruik van u maakt?

Als u zelf wilt voorkomen dat er in een toekomstige situatie financieel misbruik van u wordt gemaakt, kunt u een levenstestament opstellen. In een levenstestament kan iemand benoemd worden als gevolmachtigde om uw vermogensrechtelijke belangen te behartigen op het moment dat u daartoe zelf niet meer in staat bent. Om ook in deze situatie te voorkomen dat er alsnog misbruik wordt gemaakt van de volmacht, is het belangrijk om duidelijk op te nemen wat de gevolmachtigde wel en niet mag doen. Bijvoorbeeld dat hij of zij geen schenkingen mag doen aan zichzelf. Ook is het mogelijk om nog een vorm van toezicht toe te voegen en aan te geven dat er rekening en verantwoording afgelegd moet worden door de gevolmachtigde.

Wat kunt u doen als u het vermoeden heeft dat er bij een familielid sprake is van financieel misbruik?

Doet deze situatie zich voor, dan kunt u een bewindvoerder laten aanstellen. Als iemand zelf vanwege zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen te waarnemen, kan de rechter worden verzocht om de goederen van die persoon onder bewind te stellen. Er wordt dan een bewindvoerder aangesteld die het beheer over de goederen krijgt. Dit kan een familielid zijn, maar ook een professionele bewindvoerder.
NB. Is het betreffende familielid ook niet meer in staat om over andere zaken te beslissen (bijvoorbeeld medische), dan kan er een verzoek tot onder curatelestelling worden ingediend.

Heeft u het vermoeden dat iemand financieel misbruik maakt van u of van één van uw familieleden? Neem dan contact met ons op voor advies en bijstand.

Wat kunt u doen als het financieel misbruik al heeft plaatsgevonden?

Bent u erfgenaam of legitimaris en komt u er na het overlijden achter dat er heel veel geld is verdwenen? Er zal dan onderzocht moeten worden of iemand inderdaad onterecht bevoordeeld is, maar ook of en hoe met die bevoordeling rekening gehouden moet worden bij de verdeling van de erfenis. Ook in dit geval kunnen wij u van advies en rechtsbijstand voorzien, in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap.

Neem vandaag nog contact met ons op

Bij Skrotzki Van Bree & Cremers advocaten geloven wij sterk in het leveren van persoonlijke aandacht aan elke cliënt. Wij luisteren naar uw zorgen, beantwoorden al uw vragen en zorgen ervoor dat u volledig op de hoogte bent van elke stap in het juridische proces. Wij streven naar maatwerkoplossingen die recht doen aan uw unieke situatie.

Neem vandaag nog contact op met Skrotzki Van Bree & Cremers advocaten via 085-0763185 of info@sbc-advocaten.nl.

 

 

Kinderalimentatie: het belang van goede afspraken over kinderalimentatie en de rol van de Tremanormen bij de vaststelling daarvan

Goede afspraken maken over de kosten van de kinderen, bijvoorbeeld in de vorm van kinderalimentatie of een gezamenlijke kindrekening, is van groot belang voor het welzijn van kinderen na een echtscheiding.

Bij het bepalen van de hoogte van kinderalimentatie spelen de Tremanormen een cruciale rol. In dit artikel zullen we de rol van de Tremanormen bespreken en waarom een evenwichtige financiële ondersteuning van belang is.

Waarom het van belang is om goede afspraken te maken over de kosten van de kinderen

Goede financiële afspraken over de kosten van de kinderen zijn, net als alle andere afspraken over de kinderen, van groot belang voor het welzijn van het kind na de echtscheiding. Als er goede afspraken zijn, wordt er immers voldaan in de financiële behoefte van het kind ongeacht de relatie tussen hun ouders en is er geen/minder discussie over de kosten van het kind na de scheiding.

De Tremanormen en hun rol bij het vaststellen van kinderalimentatie

De Tremanormen zijn richtlijnen die worden gebruikt in Nederland bij het berekenen van alimentatiebedragen. Deze normen zijn ontwikkeld door de Expertgroep Alimentatienormen, een onafhankelijke groep van juridische experts. Zij dienen als leidraad voor rechters, advocaten en ouders bij het bepalen van een redelijk bedrag aan kinderalimentatie.

De Tremanormen zorgen ervoor dat ouders samen met een deskundige tot afspraken kunnen komen, waarbij een evenwicht kan worden gevonden tussen de behoeften van het kind en de draagkracht van de ouders. Als ouders er samen niet uitkomen, zal een rechter de knoop moeten doorhakken, waarbij dan ook de Tremanormen als uitgangspunt worden genomen.

De Tremanormen houden rekening met verschillende factoren, waaronder:

  • Behoefte van het kind

De behoefte van het kind is het startpunt van de alimentatieberekening. De behoefte bestaat uit verblijfskosten, zoals voeding, en verblijfsoverstijgende kosten, zoals kleding, kosten voor onderwijs en medische zorg. De leeftijd van het kind, de gezinssituatie (of er broertjes/zusjes zijn) en eventuele bijzondere behoeften worden hierbij ook meegenomen.

  • Draagkracht van de ouders

Vervolgens wordt er gekeken naar het inkomen en de financiële mogelijkheden van beide ouders. Het netto inkomen vormt de basis voor het bepalen van de draagkracht en daarnaast wordt er rekening gehouden met wat de ouder nodig heeft voor het eigen levensonderhoud en woonlasten.

  • De zorgregeling

In de berekening wordt voorts rekening gehouden met de verdeling van de zorg tussen de ouders. De tijd die het kind bij elke ouder doorbrengt, is van invloed op de hoogte van de kinderalimentatie: hoe groter het aandeel in de zorg is, hoe hoger de zorgkorting is.

Conclusie

Kinderalimentatie is een belangrijk aspect binnen het familierecht en komt aan de orde als ouders gaan scheiden. De Tremanormen zijn daarbij als leidraad te gebruiken.

Als u vragen heeft over kinderalimentatie of andere familierechtelijke kwesties, is het raadzaam om deskundig advies in te winnen. Bij Skrotzki Van Bree & Cremers advocaten begrijpen we de complexiteit van een echtscheiding en het belang van het maken van goede afspraken.

Aarzel niet om contact met ons op te nemen voor een gesprek. Ons team van advocaten staat voor u klaar om u te adviseren, u door het proces te begeleiden en uw belangen te behartigen. Samen kunnen we ervoor zorgen dat uw rechten en het welzijn van uw kinderen worden gewaarborgd.

Neem vandaag nog contact op met Skrotzki Van Bree & Cremers advocaten via 085-0763185 of info@sbc-advocaten.nl.

Kinderalimentatie: het belang van goede afspraken over kinderalimentatie en de rol van de Tremanormen bij de vaststelling daarvan

Goede afspraken maken over de kosten van de kinderen, bijvoorbeeld in de vorm van kinderalimentatie of een gezamenlijke kindrekening, is van groot belang voor het welzijn van kinderen na een echtscheiding.

Bij het bepalen van de hoogte van kinderalimentatie spelen de Tremanormen een cruciale rol. In dit artikel zullen we de rol van de Tremanormen bespreken en waarom een evenwichtige financiële ondersteuning van belang is.

Waarom het van belang is om goede afspraken te maken over de kosten van de kinderen

Goede financiële afspraken over de kosten van de kinderen zijn, net als alle andere afspraken over de kinderen, van groot belang voor het welzijn van het kind na de echtscheiding. Als er goede afspraken zijn, wordt er immers voldaan in de financiële behoefte van het kind ongeacht de relatie tussen hun ouders en is er geen/minder discussie over de kosten van het kind na de scheiding.

De Tremanormen en hun rol bij het vaststellen van kinderalimentatie

De Tremanormen zijn richtlijnen die worden gebruikt in Nederland bij het berekenen van alimentatiebedragen. Deze normen zijn ontwikkeld door de Expertgroep Alimentatienormen, een onafhankelijke groep van juridische experts. Zij dienen als leidraad voor rechters, advocaten en ouders bij het bepalen van een redelijk bedrag aan kinderalimentatie.

De Tremanormen zorgen ervoor dat ouders samen met een deskundige tot afspraken kunnen komen, waarbij een evenwicht kan worden gevonden tussen de behoeften van het kind en de draagkracht van de ouders. Als ouders er samen niet uitkomen, zal een rechter de knoop moeten doorhakken, waarbij dan ook de Tremanormen als uitgangspunt worden genomen.

De Tremanormen houden rekening met verschillende factoren, waaronder:

  • Behoefte van het kind

De behoefte van het kind is het startpunt van de alimentatieberekening. De behoefte bestaat uit verblijfskosten, zoals voeding, en verblijfsoverstijgende kosten, zoals kleding, kosten voor onderwijs en medische zorg. De leeftijd van het kind, de gezinssituatie (of er broertjes/zusjes zijn) en eventuele bijzondere behoeften worden hierbij ook meegenomen.

  • Draagkracht van de ouders

Vervolgens wordt er gekeken naar het inkomen en de financiële mogelijkheden van beide ouders. Het netto inkomen vormt de basis voor het bepalen van de draagkracht en daarnaast wordt er rekening gehouden met wat de ouder nodig heeft voor het eigen levensonderhoud en woonlasten.

  • De zorgregeling

In de berekening wordt voorts rekening gehouden met de verdeling van de zorg tussen de ouders. De tijd die het kind bij elke ouder doorbrengt, is van invloed op de hoogte van de kinderalimentatie: hoe groter het aandeel in de zorg is, hoe hoger de zorgkorting is.

Conclusie

Kinderalimentatie is een belangrijk aspect binnen het familierecht en komt aan de orde als ouders gaan scheiden. De Tremanormen zijn daarbij als leidraad te gebruiken.

Als u vragen heeft over kinderalimentatie of andere familierechtelijke kwesties, is het raadzaam om deskundig advies in te winnen. Bij Skrotzki Van Bree & Cremers advocaten begrijpen we de complexiteit van een echtscheiding en het belang van het maken van goede afspraken.

Aarzel niet om contact met ons op te nemen voor een gesprek. Ons team van advocaten staat voor u klaar om u te adviseren, u door het proces te begeleiden en uw belangen te behartigen. Samen kunnen we ervoor zorgen dat uw rechten en het welzijn van uw kinderen worden gewaarborgd.

Neem vandaag nog contact op met Skrotzki Van Bree & Cremers advocaten via 085-0763185 of info@sbc-advocaten.nl.

Blog Silke Skrotzki

Mediation in echtscheidingszaken als u of uw partner ondernemer/DGA is

Echtscheidingen zijn emotioneel geladen en vaak complex, maar wanneer er een ondernemer of DGA bij betrokken is, kunnen de zaken nog ingewikkelder worden. Een ondernemer/DGA heeft niet alleen te maken met de persoonlijke aspecten van een scheiding, maar ook met de zakelijke en financiële gevolgen voor zijn/haar bedrijf. In dergelijke gevallen kan mediation een waardevol instrument zijn om conflicten op te lossen en tot een evenwichtige regeling te komen. In dit blogartikel bespreken we de rol van mediation bij echtscheidingszaken waar een ondernemer/DGA bij betrokken is.

Uitdagingen bij echtscheidingen met een ondernemer/DGA

Bij echtscheidingen waar een ondernemer/DGA bij betrokken is, kunnen zich onder andere de volgende specifieke uitdagingen voordoen:

  • Vermogensscheiding: het is vaak moeilijk om het vermogen van de ondernemer/DGA te scheiden van het vermogen van het bedrijf. In veel gevallen is het vermogen van de ondernemer/DGA nauw verweven met het bedrijf, waardoor het moeilijk is om een goede verdeling of verrekening te bepalen;
  • Bedrijfscontinuïteit: als de ondernemer het grootste deel van het aandelenkapitaal bezit of als u DGA bent, kan de scheiding de bedrijfscontinuïteit in gevaar brengen. Het is belangrijk om oplossingen te vinden die zowel aan de belangen van de ondernemer/DGA en zijn ex-partner tegemoet komen, maar ook de belangen van het bedrijf beschermen;
  • Pensioenregelingen: Een ondernemer/DGA kan een speciale pensioenregeling hebben binnen het bedrijf. Bij een scheiding moeten de pensioenrechten op een eerlijke manier worden verdeeld, rekening houdend met de specifieke situatie/pensioenafspraken.
De rol van mediation

Mediation kan een effectieve methode zijn om deze uitdagingen aan te pakken en samen tot een regeling te komen waar beide partijen mee vooruit kunnen in de toekomst. In plaats van de zaak voor de rechter te leggen, krijgen beide partijen de gelegenheid om met de hulp van een neutrale mediator tot overeenstemming te komen.

Enkele voordelen van mediation in echtscheidingszaken met een ondernemer/DGA zijn:

  • Deskundige begeleiding: een mediator met ervaring in echtscheidingszaken met een ondernemer/DGA biedt waardevolle begeleiding. De mediator begrijpt de complexiteit van deze situaties en kunnen beide partijen helpen om de beste oplossingen te vinden die zowel de persoonlijke als de zakelijke belangen beschermen. Vanwege de kennis en ervaring kan er een veelheid aan mogelijkheden worden voorgelegd;
  • Gezamenlijke besluitvorming: mediation moedigt gezamenlijke besluitvorming aan, waarbij beide partijen actief deelnemen aan het vinden van oplossingen. Dit kan leiden tot meer tevredenheid en acceptatie van de uiteindelijke regeling.
  • Maatwerkoplossingen: mediation biedt flexibiliteit en de mogelijkheid om op maat gemaakte oplossingen te vinden. De wensen, belangen en mogelijkheden zijn in iedere situatie anders en daardoor wordt ook iedere echtscheiding uiteindelijk anders geregeld.
Mediation bij Skrotzki Van Bree & Cremers advocaten

Bij Skrotzki Van Bree & Cremers advocaten begrijpen we de complexiteit van echtscheidingszaken met een ondernemer/DGA. Onze ervaren mediators staan klaar om u te begeleiden bij het vinden van oplossingen die zowel uw persoonlijke belangen als ex-partners in het oog houden en daarnaast de belangen van uw bedrijf beschermen. Wij streven naar maatwerkoplossingen die recht doen aan uw unieke situatie.

Bij Skrotzki Van Bree & Cremers Advocaten geloven we in de kracht van mediation en de mogelijkheid om conflicten op een constructieve manier op te lossen. Hierdoor kunt u beide met vertrouwen uw nieuwe toekomst tegemoet gaan.

Neem vandaag nog contact met ons. Ons team staat klaar om naar uw verhaal te luisteren, uw zorgen serieus te nemen en samen te werken aan een goede afwikkeling van uw echtscheiding.

Stiefouderadoptie

Daar staat ze dan, opnieuw op de stoep voor ons kantoor in Roermond. Ik had haar al heel lang niet meer gezien, maar ik herken haar direct. Ze ziet er goed uit, dat valt me direct op.

Tien jaar geleden stond ik haar al eerder als advocaat bij. Het was destijds een emotionele zaak, die me daarom is bijgebleven. Een zaak die je gelukkig niet dagelijks tegenkomt..

Ik weet het nog goed, de zaak van tien jaar geleden. Ze was verwikkeld in een heftige echtscheiding die veel indruk op mij heeft gemaakt. Ze bevond zich samen met haar kinderen in een zeer onveilige thuissituatie. Er was sprake van fysieke en emotionele mishandeling. Zo ernstig, dat ze op een zeker moment met haar kinderen is gevlucht, om zichzelf en haar kinderen in veiligheid te brengen. De kinderen waren toen nog erg jong maar hadden al veel meegemaakt.

In de rechtbank hebben we samen gepleit voor eenhoofdig gezag en een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming. De kinderen konden onmogelijk naar de vader. Hij was onberekenbaar, weigerde mee te werken aan een persoonlijkheidsonderzoek en zorgde voor onveilige situaties. Dit zag de rechtbank ook in. Het oordeel: vader mocht geen omgang of contact meer hebben met de kinderen. Moeder kreeg het eenhoofdig  gezag over de kinderen. Ze bleef achter met schulden, waar ze tijdens het huwelijk helemaal geen weet van had, en ze had niets meer. In elk geval geen materiële zaken.

Ik heb respect voor haar, voor de manier waarop zij in het leven stond en de strijd die zij durfde aan te gaan voor haar kinderen maar ook voor haarzelf. Ik weet nog dat ik dacht: wat een sterke vrouw! Zij koos voor vrijheid, ondanks haar trauma’s en de nieuwe financiële obstakels die dit haar opleverde.

En nu heeft ze opnieuw mijn bijstand nodig. Ze stapt ons kantoor binnen, samen met een nieuwe man aan haar zijde. Ze vertelt dat ze drie jaar na de scheiding een nieuwe partner heeft leren kennen. Dat ze inmiddels samen met haar kinderen een hecht gezin vormen. De kinderen zijn zich de afgelopen zeven jaar aan haar partner gaan hechten en zien hem inmiddels als hun echte vader. Ik vind het heel bijzonder om te horen dat deze kinderen, ondanks hun verleden, zo’n sterke band met hun stiefvader hebben opgebouwd. Maar ik was wel benieuwd naar hun vraag…

“Ik wil graag de kinderen adopteren. We zijn een sterk en hecht gezin, de kinderen zien mij als hun vader en ik zou heel graag officieel hun vader willen worden”, vertelt de stiefvader trots.

Toen de stiefvader de moeder ten huwelijk had gevraagd, gaven de kinderen aan dat zij het heel fijn zouden vinden als hij officieel hun vader wilde worden. Ze wilden ook graag hun achternaam wijzigen. Met hun biologische vader was er helemaal geen contact meer.

En vandaag was het dan zover: het adoptieverzoek werd ter zitting behandeld door de rechter. De kinderen hadden al eerder hun zegje mogen doen bij de Raad voor de Kinderbescherming en de rechter. Zowel de Raad als de rechter waren er volledig van overtuigd dat de stiefouderadoptie en wijziging achternaam, van groot belang was voor deze kinderen.

Aan het einde van de zitting kwam het verlossende woord. De verzoeken werden toegewezen. Toen de rechter de woorden uitsprak “bij deze bent u officieel de vader van de kinderen” heb ik toch echt tegen mijn tranen moeten vechten. Dit was echt een heel mooi moment en ik voel me vereerd dat ik hier een steentje aan heb kunnen bijdragen.

 

 

Roxeanne Hazes start een kort geding tegen haar moeder op, over de erfenis. Wat is er aan de hand?

Op 9 februari aanstaande zal er een kort geding plaatsvinden tussen Roxeanne Hazes en haar moeder, Rachel Hazes. Hoewel niet alle details in de media gedeeld zijn, gaan er stemmen op dat Rachel helemaal geen erfgenaam was van André Hazes, omdat er al een verzoek tot echtscheiding was ingediend op het moment dat hij kwam te overlijden. Hoe zit dat eigenlijk?

 

Testament

Bij het opmaken  van een testament kunnen er bepaalde clausules worden opgenomen, om ervoor te zorgen dat jouw erfenis naar jouw wens wordt verdeeld. Er is een clausule waardoor erfgenamen onterfd worden (ontervingsclausule) of een clausule die voorkomt dat de erfenis in de gemeenschap valt waar de ontvanger in gehuwd is (uitsluitingsclausule). Maar wat er wellicht aan de hand is in de zaak van Roxeanne en Rachel Hazes, is dat André Hazes een echtscheidingsclausule had opgenomen in zijn testament.

 

Echtscheidingsclausule

Een echtscheidingsclausule is een testamentaire bepaling die ervoor zorgt dat partners die in scheiding liggen niet van elkaar kunnen erven. Als er geen testament is en dus ook niet deze clausule, wordt bij overlijden de erfenis verdeeld volgens de regels in de wet (de wettelijke verdeling) of conform de bepalingen in het testament en wordt er dus gewoon van elkaar geërfd als echtgenoten, ook al was er een scheiding in gang gezet. Pas wanneer de rechter de echtscheiding heeft uitgesproken en deze definitief is geworden door inschrijving daarvan in de registers van de burgerlijke stand, is men geen erfgenaam meer van elkaar. Dit is ook aan de orde als men getrouwd is onder het sluiten van huwelijkse voorwaarden; de huwelijkse voorwaarden bieden bescherming bij echtscheiding, niet bij overlijden.

Het opmaken van een testament met een echtscheidingsclausule is raadzaam als je niet wil dat de andere partner erfgenaam blijft nadat jullie hebben besloten uit elkaar te gaan en de echtscheiding aan te vragen. Of deze situatie zich heeft voorgedaan bij Rachel Hazes, zullen we wellicht na 9 februari aanstaande. Als dat het geval is, zal dat enorme gevolgen hebben voor alles wat er sinds het overlijden -inmiddels ruim 18 jaar geleden- vermogensrechtelijk is gebeurd.

 

Contact

Ons kantoor is gespecialiseerd in familie- en erfrecht. Heeft u vragen over uw testament en of dat voldoende bescherming biedt, dan wel een andere vraag over familie- of erfrecht,  neem dan contact met ons op via 0475-747238 of bezoek onze website www.sbc-advocaten.nl.

Blog Silke Skrotzki

Voor of tijdens het huwelijk alvast afzien van partneralimentatie? Het vervolg!

Op 14 juli 2022 schreef ik een blog over het voor of tijdens het huwelijk afzien van partneralimentatie. Ik schreef:

“Eén van de onderwerpen waar tijdens een echtscheiding afspraken over gemaakt moet worden, is de partneralimentatie. Heeft de ene echtgenoot behoefte aan alimentatie en kan de andere echtgenoot dit ook betalen (draagkracht) dan is die laatste op grond van de wet in principe verplicht om een bijdrage te betalen. Partijen kunnen daar ten tijde van de echtscheiding samen afwijkende afspraken over maken. Zo kunnen zij bijvoorbeeld afspreken dat zij over en weer afzien van het recht op partneralimentatie (nihilbeding).

Het komt wel eens voor dat aanstaande echtgenoten al vóór het huwelijk een dergelijk nihilbeding overeenkomen. Ze leggen dat dan vast in hun huwelijkse voorwaarden. Concreet houdt dat in dat zij afspreken dat -mocht het huwelijk ooit eindigen in een echtscheiding- er geen partneralimentatie betaald hoeft te worden. Hetzelfde geldt overigens ook voor geregistreerd partners, zij leggen dat dan vast in hun partnerschapsvoorwaarden.

(…)

De afgelopen jaren is er in de literatuur een discussie ontstaan over de nietigheid van voorhuwelijkse nihilbedingen; sommige auteurs vinden dat een nihilbeding wat overeenkomen is voorafgaande of tijdens het huwelijk geldig zou moeten zijn. Daarom heeft de advocaat-generaal (A-G) p 13 mei jl. de Hoge Raad gevraagd om zich hierover uit te laten (cassatie in het belang der wet).

(…)

De uitspraak van de Hoge Raad wordt verwacht op 25 november 2022. Daarna zullen we weten of een nihilbeding in de huwelijkse voorwaarden tijdens de echtscheiding geldig is of niet. We houden u op de hoogte!”

Inmiddels heeft de Hoge Raad zich op 25 november 2022 uitgelaten over de vraag of een dergelijk nihilbeding -afgesloten in huwelijkse voorwaarden voorafgaande aan of tijdens het huwelijk – rechtsgeldig is of niet. De Hoge Raad houdt echter vast aan eerdere rechtspraak en overweegt als volgt:

“De Hoge Raad ziet geen aanleiding thans wel terug te komen van het arrest van 7 maart 1980. Het invoeren van de mogelijkheid voorafgaand aan het huwelijk afstand te doen van het recht op partneralimentatie zou -indien wenselijk geacht- veeleer op de weg van de wetgever liggen. Deze heeft nog tamelijk recent van een dergelijke wijziging afgezien. Uit een initiatiefwetsvoorstel dat mede ertoe strekte nihilbedingen bij voorhuwelijkse huwelijkse voorwaarden mogelijk te maken, zijn de desbetreffende bepalingen immers geschrapt.”

Kort gezegd komt de uitspraak van de Hoge Raad er dus op neer dat er geen nihilbeding overeengekomen kan worden in huwelijkse voorwaarden en dat dergelijke afspraken over de partneralimentatie dus pas gemaakt kunnen worden op het moment dat de echtscheiding aanstaande is, bijvoorbeeld in een echtscheidingsconvenant.

Partneralimentatie is en blijft een belangrijk onderdeel van een echtscheiding. Wij kijken altijd of er redenen zijn om een nihilbeding overeen te komen (of wellicht een eenmalige afkoop van partneralimentatie), als onderdeel van een pakket aan afspraken. Als er wel een maandelijkse betaling van partneralimentatie wordt overeengekomen, kunnen wij als familierechtadvocaat of -mediator voor u van betekenis zijn door middel van het opstellen van een alimentatieberekening volgens de Trema-normen.

Heeft u er behoefte aan om eens te sparren over scheiden of partneralimentatie? Of heeft u een andere vraag met betrekking tot een familie- of erfrechtkwestie, dan kunt u contact met ons opnemen. Wij zijn bereikbaar op 0475-747 238 of via info@sbc-advocaten.nl.

Algehele gemeenschap van goederen: moet bij echtscheiding dan een schuld altijd bij helfte worden gedeeld?

In de basis is het zo dat, als je getrouwd bent onder algehele gemeenschap van goederen en je gaat scheiden, je ieder voor een gelijk deel draagplichtig bent voor de schulden van de gemeenschap. Echter, eerder dit jaar behandelde de rechtbank in Breda een bijzondere kwestie, met ook een bijzondere uitkomst.

Wat was er nou bijzonder aan deze kwestie? Kort gezegd: de man bleek tijdens het huwelijk jarenlang tegen zijn vrouw gelogen te hebben over zijn werk, waardoor er tijdens het huwelijk hoge schulden waren ontstaan. Dat was voor de vrouw reden om de echtscheiding aan te vragen. Tijdens de echtscheiding ontstond er discussie over wie die schulden moest gaan afbetalen. De vrouw legde de kwestie voor aan de rechtbank.

De feiten

Partijen waren getrouwd in algehele gemeenschap van goederen. In 2013 kregen zij samen een dochter, welke op het moment van de echtscheiding 8 jaar oud was. Partijen woonden samen in een huurwoning.

Van 2013 tot en met 2021 bleek de man gelogen te hebben over zijn werk en inkomen. De man wist de vrouw ervan te overtuigen dat hij een baan had, maar dat zijn inkomen niet op zijn bankrekening werd gestort wegens een onterecht loonbeslag. De man vertelde dat hij in het verleden slachtoffer geweest van identiteitsfraude, waardoor er op zijn naam een enorme belastingschuld was ontstaan. De belastingdienst had ter inning van die schuld loonbeslag gelegd op zijn inkomen. De man stelde echter dat de kwestie zou worden opgelost; zodra de identiteitsfraude kon worden vastgesteld, zou de man zijn inkomen alsnog (met terugwerkende kracht) gaan krijgen. Om zijn leugen kracht bij te zetten, vervalste hij brieven, mails en andere stukken. De vrouw geloofde de man daardoor al die jaren.

In de tussentijd leefden partijen alsof ze twee inkomens hadden, terwijl maandelijks (enkel) het inkomen van de vrouw binnenkwam. Daardoor leefden zij derhalve, bleek achteraf, boven hun stand.

Het geld wat zij tekort kwamen vanwege het ontbreken van het inkomen van de man, leenden ze bij de moeder van de vrouw. Over de jaren heen was die schuld opgelopen tot € 81.000,00. De vrouw was in de veronderstelling dat dit bedrag kon worden terugbetaald zodra de man alsnog de beschikking kreeg over zijn inkomen.

Zover kwam het echter nooit…

De vrouw kwam achter het bedrog van de man; hij had nooit gewerkt en er lag dus ook geen loonbeslag op zijn inkomen. Er was in zijn geheel geen inkomen en er zou dus ook niets worden uitbetaald. Er was overigens wél sprake van een belastingschuld, maar deze was niet ontstaan door identiteitsfraude.

De vrouw was dus jarenlang door de man voorgelogen en hij had hen samen enorme schulden laten aangaan. De vrouw diende niet veel later het echtscheidingsverzoek in bij de rechtbank.

Het oordeel van de rechtbank

Partijen waren gehuwd in algehele gemeenschap van goederen, dus in principe worden dan alle bezittingen en schulden bij helfte gedeeld. Het betekent dus óók dat de schuld van € 81.000,00 bij de moeder van de vrouw in beginsel voor rekening van beide partijen zou  moeten komen, ieder de helft.

De vrouw voert bij de rechtbank aan dat het niet redelijk is als in dit geval de schuld bij helfte wordt gedeeld. Door het handelen van de man is deze situatie immers ontstaan. De vrouw vindt dat de draagplicht voor betaling van de schuld alleen bij de man dient te liggen: hij moet de volledige schuld afbetalen. Daarbij beroept ze zich op de (in 2018 gewijzigde) wettekst van artikel 1:100 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Lid 2 van dat artikel is namelijk als volgt:

“Voor zover bij de ontbinding van de gemeenschap de goederen van de gemeenschap niet toereikend zijn om de schulden van de gemeenschap te voldoen, worden deze gedragen door beide echtgenoten ieder voor een gelijk deel, tenzij uit de eisen van redelijkheid en billijkheid, mede in verband met de aard van de schulden, een andere draagplicht voortvloeit.”

De rechtbank gaat uiteindelijk (gedeeltelijk) in het standpunt van de vrouw mee. De rechtbank vindt ook dat de man  -door zijn leugens- een onverantwoorde financiële situatie voor partijen heeft gecreëerd. Daar staat tegenover dat een gedeelte van de schuld van € 81.000,00 is aangegaan voor zaken waar de vrouw ook profijt van heeft gehad (aanleggen tuin, aanschaf persoonlijke spullen). De rechtbank vindt het daarom redelijk dat een gedeelte van de schuld enkel door de man wordt gedragen, maar dat een gedeelte van de schuld tussen partijen wordt gedeeld; de man dient een bedrag van € 56.000,00 af te lossen en de vrouw een bedrag van € 25.000,00.

Ten tijde van invoering van het nieuwe artikel 1:100 BW (in 20018) heeft de wetgever overwogen dat van een afwijkende draagplicht (bijvoorbeeld) het geval kan zijn wanneer een echtgenoot schulden is aangegaan buiten medeweten van de ander. Of wanneer een echtgenoot schulden is aangegaan om onverantwoorde uitgaven te doen. Beide situaties zijn in dit geval niet aan de orde, maar toch heeft de rechtbank geoordeeld dat het redelijk is om af te wijken van de 50/50-draagplicht. Al met al lijkt het mij een redelijke uitkomst in de beschreven casus.

Maar bovendien blijkt hieruit dat we steeds alert moeten blijven op de wijze waarop schulden zijn ontstaan en de mogelijkheid om schulden anders dan 50/50 te verdelen.

Wilt u de hele uitspraak teruglezen? Klik dan hier.

Wilt u advies over de (wijze van) verdeling van uw vermogen en/of schulden na echtscheiding? Of heeft u een andere vraag met betrekking tot een familie- of erfrechtkwestie? Neem dan contact met ons op! We kijken graag met je mee. Wij zijn bereikbaar op 0475-747 238 of via info@sbc-advocaten.nl.

Blog Silke Skrotzki

Voor of tijdens het huwelijk alvast afzien van partneralimentatie?

Eén van de onderwerpen waar tijdens een echtscheiding afspraken over gemaakt moet worden, is de partneralimentatie. Heeft de ene echtgenoot behoefte aan alimentatie en kan de andere echtgenoot dit ook betalen (draagkracht) dan is die laatste op grond van de wet in principe verplicht om een bijdrage te betalen. Partijen kunnen daar ten tijde van de echtscheiding samen afwijkende afspraken over maken. Zo kunnen zij bijvoorbeeld afspreken dat zij over en weer afzien van het recht op partneralimentatie (nihilbeding).

Het komt wel eens voor dat aanstaande echtgenoten al vóór het huwelijk een dergelijk nihilbeding overeenkomen. Ze leggen dat dan vast in hun huwelijkse voorwaarden. Concreet houdt dat in dat zij afspreken dat -mocht het huwelijk ooit eindigen in een echtscheiding- er geen partneralimentatie betaald hoeft te worden. Hetzelfde geldt overigens ook voor geregistreerd partners, zij leggen dat dan vast in hun partnerschapsvoorwaarden.

In de rechtspraak werd er tot op heden vanuit gegaan dat zo’n nihilbeding in de huwelijkse voorwaarden in principe nietig (ongeldig) is. De wet zegt immers dat er een verplichting bestaat tot partneralimentatie. Daar kunnen partijen weliswaar van afwijken, maar slechts vóór of na de echtscheiding, zo staat in artikel 1:158 van het Burgerlijk Wetboek.

De Hoge Raad heeft in het verleden (1980 en 1996) uitgelegd wat de strekking van dit artikel is, namelijk dat er pas afspraken kunnen worden gemaakt over de partneralimentatie op het moment dat de echtscheiding aanstaande is, dus bijvoorbeeld in een echtscheidingsconvenant. Niet al op een eerder moment. Alleen in zéér uitzonderlijke gevallen kan een echtgenoot volgens de Hoge Raad aan een nihilbeding wat voor of tijdens het huwelijk is overeengekomen gehouden worden.

De afgelopen jaren is er in de literatuur een discussie ontstaan over de nietigheid van voorhuwelijkse nihilbedingen; sommige auteurs vinden dat een nihilbeding wat overeenkomen is voorafgaande of tijdens het huwelijk geldig zou moeten zijn. Daarom heeft de advocaat-generaal (A-G) p 13 mei jl. de Hoge Raad gevraagd om zich hierover uit te laten (cassatie in het belang der wet). De A-G schrijft in de conclusie dat partijen ook voorafgaand of tijdens het huwelijk de contractsvrijheid zouden moeten hebben om iets afwijkends af te spreken over de partneralimentatie, zoals zij immers ook kunnen doen over het pensioen en het huwelijksvermogensregime. Dat is volgens de A-G wat de wetgever ook voor ogen heeft gehad. Volgens de A-G heeft de rechter nog altijd de ruimte om -wanneer een van de echtgenoten zich daarop beroept en dit goed onderbouwt- het nihilbeding buiten beschouwing te laten wanneer de omstandigheden daarom vragen.

Het is nu aan de Hoge Raad om te reageren op de conclusie van de A-G. De uitspraak van de Hoge Raad wordt verwacht op 25 november 2022. Daarna zullen we weten of een nihilbeding in de huwelijkse voorwaarden tijdens de echtscheiding geldig is of niet. We houden u op de hoogte!

 

Heeft u er behoefte aan om eens te sparren over partneralimentatie die u betaalt of ontvangt? Of heeft u een andere vraag met betrekking tot een familie- of erfrechtkwestie, dan kunt u contact met ons opnemen. Wij zijn bereikbaar op 0475-747 238 of via info@sbc-advocaten.nl.